Verdeel de spelers in tweetallen en geef ze per tweetal een nummer.
Wanneer de trainer een nummer zegt, sprinten de spelers met dat nummer zo snel mogelijk naar het midden, pakken de basketbal en dribbelen naar basket voor 1 tegen 1.
Ze krijgen slechts 1 poging om te scoren. Na hun doelpoging gaat de bal terug naar trainer.
Je kan ook meerdere nummers tegelijk roepen voor 2 tegen 2, 3 tegen 3 etc.