Speelsters verdelen zich in de LH en RH, alle ballen bij de trainer op de middenstip.
- Op het signaal van de trainer sprinten speelsters 1 uit beide hoeken richting de trainer. Wie er het eerst is krijgt de bal. De ander verdedigd.
- De speelster met bal krijgt 5 seconden om binnen de 9 meter tot afronding te komen.
- Komt de speelster tot afronding en scoort zij, dan drukt de verdediger 3x op.
- Komt de speelster niet tot afronding of niet binnen de 9 meter, dan drukt zij 3x op.