Elke speler krijgt een mat. De matten liggen ongeveer 12 tot 16 meter uit elkaar.
- Op seintje van de trainer rent de verdedigende kant een rondje om zijn eigen mat, de aanvallende kant sprint naar de mat en probeert de bal van de mat te pakken.
- Op seintje van de trainer doet de verdedigende kant een koprol achterover, de aanvallende kant sprint naar de mat en probeert de bal te pakken.
- Op seintje van de trainer doet de verdedigende kant 2 push-ups, de aanvallende kant sprint naar de mat en probeert de bal te pakken.
- Op seintje van de trainer rent de verdedigende kant een rondje achteruit om de mat heen, de aanvallende kant sprint naar de mat en probeert de bal te pakken.
Na elke keer wissel je om van aanval en verdediging. De verdediging hanteert de handbalregels.