In deze oefening staat het leren van de schijnbeweging centraal d.m.v. 2 oefenvormen.Oefenvorm 1:
- Speelsters beginnen op de LO zonder bal, tegenover een directe verdediger
- Links en rechts van de verdediger staan 2 aanspeelpunten met bal
- Speelster A begint met lopen, maakt een schijnbeweging naar links en krijgt de bal van aanspeelpunt rechts (of andersom) en rond af
Oefenvorm 2:
- Speelster A loopt door naar de RO om daar een bal te pakken uit de bak
- Speelster a gaat over 3 middelgrote hordes heen en land in een 0-pas, tegenover een paal (verdediger) die op 10 meter staat
- Na het passeren d.m.v. een schijnbeweging van de paal schiet speelster A van afstand tegenover een verdedigend block
Alle speelsters draaien op deze manier door;
- Ben je block geweest, dan pak je de geschoten bal uit het doel en wordt je aanspeelpunt bij oefenvorm 1
- Ben je aanspeelpunt bij oefenvorm 1 dan wordt je de startende speelster bij oefenvorm 1
- Ben je startende speelster en heb je oefenvorm 1 en 2 gedaan, dan wordt je het block bij oefenvorm 2