1 iemand op de linkeropbouw (kan uiteraard ook een andere positie zijn) en deze moet binnen 1 minuut (of langere tijd) zoveel mogelijk schieten op het doel.
De rest van de spelers verzamelen ballen en een speler speelt steeds de ballen aan.
Schieten van de linkopbouw achter elkaar door.
Bijhouden hoevaak de speler heeft gescoord.
Als je hebt geschoten moet je achterwaarts weer naar je positie lopen. Doorwisselen totdat iedereen is geweest.
Variatie:
Verschillende manieren van aanlopen (dus iets naar binnen of naar buiten enzovoort)
Verschillende schoten (onderhandse worp, knik worp, uit de loop enzovoort)