A gooit bal over B heen, B probeert de bal naar een keer of 2 keer stuiteren te vangen
A rolt de bal naar B, B gooit tegelijkertijd een bal naar A
A heeft een bal vast, B gooit een bal, A kaatst de bal terug via zijn eigen bal
A en B gooien tegelijkertijd een bal naar elkaar over
A en B gooien elkaar tegelijkertijd een bal toe met het idee dat ze in de lucht elkaar raken, kaatsen en bal naar je terugkomt
A vangt en gooit de bal met 1 hand naar B terwijl hij in de andere hand een bal stuitert
A en B houden gezamenlijk een bal in het midden vast en proberen tegelijkertijd met de andere hand de eigen bal te dribbelen
A gooit de eigen bal recht omhoog en wisselt dan van plek met B. B doet het zelfde. Lukt het om de bal van de partner te vangen?
A gooit de bal omhoog, gaat zitten en laat de bal tussen de benen stuiteren, gaat weer staan en vangt de bal weer op. Lukt het B om dit tegelijkertijd te doen?
Na een paar keer omwisselen.
Lukt het: pak een ander kaartje en probeer dit ook.
Per duo (afhankelijk van de oefening) 1 of 2 ballen.