Verder wordt er geoefend met het hard en zuiver pass naar elkaar.
A push de bal naar B op de forehand let op de techniek (handen uit elkaar, Linkervoet voor, kracht vanuit heel je lichaam halen, armen mee bewegen in de richting waar je heen gaat)
B push de bal weer terug naar A
A push naar C, C weer terug naar A
A push naar D en D weer terug naar A
Als B de bal terug heeft gespeeld naar A draait hij zich om en gaat om de pion heen en bied zich aan om de kop cirkel om de bal te ontvangen.
A neemt de bal van D aan en geeft een harde gerichte flats richting E.
E maakt oogcontact met de inkomende B en geeft een gerichte pass (mag push of flats zijn)
B neemt de bal open aan, lijnt de bal op en rond af met een slag op goal.
Na het schieten versnel hij om de pionnen heen om een tip-in bal te lopen. F maakt oogcontact met B en geeft een harde gerichte flats net of hij gaat scoren. B zorgt dat de bal van richting veranderd.