A beweegt naar de buitenkant op daar de bal terug te krijgen.
De ruimte is daar niet dus ze versneld op de pion heen terug naar het midden en krijgt daar de bal van B.
B moet gaan kijken wat A doet en inschatten wat het beste moment is op de bal te passen.
Een aantal keer zo laten doen en daarna een verdediger er bij laten zetten.
B moet dan gaan nadenken wanneer hij de bal wil geven.
Dit mag dus zijn als A naar de buitenkant loopt dat hij hem dan geeft als hij denkt dat dat kan of dat hij wacht tot A terug komt versnellen en dan de bal geeft.
B moet dus gaan nadenken en kijken wat het beste moment is.