Met 3 spelers is speler blauw de aangever, speler rood gaat een doorloopbal nemen, speler wit zorgt ervoor dat op het juiste moment de actie voor het schot wordt ingezet.
Vervolgens gaat speler rood eveneens op het juiste moment opnieuw naar binnen vallen.
Wissel na 10 acties.
Met 2 spelers is de nemer van de doorloopbal ook diegene die zelf afvangt, aangever gaat uit naar schot.
Na afvangen rebound gaat de bal opnieuw doorgespeeld worden op de schutter en gaat de speler onder de korf opnieuw uit.
Bal wordt lateraal gespeeld en er wordt opnieuw steun belopen voor de doorloopbal.