Spelers beginnen beginnen met 4 sprongen naar voren, waarin ze iedere keer op één been blijven staan, links en rechts wisselend.
Even 2 seconden balanceren, daarna spring je verder
Na de vijfde sprong pak je direct een sprint naar de andere kant
Iedere keer ren je met een tegenstander voor een wedstrijdelement
Loopvorm 2:
Beide spelers beginnen bij de eerste hoed. De eerste loopt naar de linkerhoed en passt de bal. Vervolgens loopt de 2e speler naar de eerste rechterhoed.
Zo wordt er over gespeeld tot ze bij de laatste hoed zijn. Vanuit de laatste word een pass in de diepte gegeven, welke voorbij de hoedjes naast de paal gegooid moet worden
Daarna volgt het schot achterin, de andere pakt bewegende rebound
Elke doelpunt telt voor 3, een rebound voor een half punt.