De bal is onder de paal in de steun. Twee spelers voorin het vak. De vierde speler zwerft ergens in het achtervak.
- De steun gooit de bal uit naar links of rechts en loopt de kant op waarheen is gegooid.
- De bal wordt teruggespeeld op de uitloper.
- De speler aan de andere voorzijde is constant in beweging en breekt door op het moment dat de bal terug is gespeeld op de uitloper.
- De uitloper geeft de bal aan en deze doorloopbal wordt gescoord.
Scoor 20x over links en 20x over rechts.