Opzet:
Drie palen in een driehoek van elkaar. Links van elke paal een hoedje en in het midden een hoedje. Onder elke paal een persoon met bal. De rest bij het hoedje in het midden.
Oefening:
Vanuit het midden naar een hoedje rennen. Daar ontvang je de bal van de aangeef, deze speel je terug waarna je een doorloop neemt. Degene die de doorloop genomen heeft gaat onder de paal staan en de aangeef gaat naar het midden om.