De korven staan in het midden van het vak/veld in lengte-richting
Speler met bal onder de paal.
Speler 1 neemt de doorloopbal en loopt door naar speler 3. Die neemt een doorloopbal en gaat naar de plek van 1.
3 minuten van lijn naar lijn lopen en doorloopballen scoren aan voorkant onderhands en aan de achterkant bovenhands. Op 50% snelheid. Na elke minuut wisselt de aangever door zonder dat de oefening stil valt.