- Speler A begint met de bal 2.5 meter schuin voor de paal.
- Speler B staat ook 2.5 meter schuin voor de paal.
- Speler A gooit de bal naar speler B en speler B weer terug.
- Zo brengen ze de bal op tot ongeveer 8 meter voor de paal.
- Vanuit daar start speler B voor een doorloopbal uit de ruimte die speler A aangeeft.
- Speler A rent er ook achteraan naar binnen om de bal af te vangen voor deze op de grond stuitert.
Varianten:- Meeste doelpunten in een tijdsbestek van 10 minuten.- Wie het eerste bij de 10 doelpunten is.- Maak het moeilijker door bij iedere bal op de grond een punt eraf te halen.- Eventueel met een 3e persoon erbij om door te draaien en iets lager tempo aan te houden.