Zet 3 pionnen in een driehoek, met ongeveer 4 meter afstand
Bij pion 1 en 3 gaat een persoon staan.
De speler bij pion 1 heeft de bal.
De speler bij pion 3 rent naar pion 2, tikt deze aan en rent terug.
De speler bij pion 1 gooit de bal naar speler 2 voordat deze terug is bij de 3e pion.
Zo wordt de bal in de loop gegeven.
Wanneer de bal bij speler 2 aankomt, rent vervolgens speler 1 naar pion 2 en weer terug waarin deze dan de bal door speler 2 krijgt aangespeeld in de loop.