Met een 3 tal bij een paal. Speler 1 staat onder de paal met bal. Speler 2 begint de oefening, nadat speler 2 de oefening heeft gedaan wisselt met de aangeef. Speler 3 begint de oefening enz.. Voor deze oefening hebben we 4 hoedjes nodig, een paal, bal en de touwladder.
- Korte passen door de touwladder, waarna je doorloopt naar het eerste hoedje.
- De beweging is naar links maar de eerste 3 hink zijn met je rechter been. de hink van hoedje 3 naar 4 is landen op je linker been.
- Daarna verplaats je je terug waarbij je met links hinkt. de laatste hink is landen op het rechter been vervolgens sprint naar de paal voor een doorloop bal.