1 speler heeft de bal en de rest gaat op circa 3 meter afstand staan in een lange rij.
De rode speler loopt langs de rij met blauw spelers.
De blauwe spelers zorgen ervoor dat de rode speler de bal in de loop krijgt aangegooid.
De rode speler speelt de bal telkens een speler verder, zodat alle spelers in de rij aan de beurt zijn geweest.
Wanneer de rode speler de bal op de laatste blauwe speler passed, schiet deze laatste blauwe speler op de korf.
De rode speler moet de rebound verzorgen.
Wanneer de rode speler de hele rij de bal heeft gevangen, zonder dat deze tweemaal stuitert, mag de rode speler op de plek van de eerste blauwe speler.
De hele rij schuift een plek op en de laatste blauwe speler wordt de rode speler.
Om de lopende rebound meer uitdaging te geven, kun je:
De rode speler eerst een pion laten aantikken voordat hij/zij voor de rebound mag gaan.
Laat je de eerste of tweede blauwe speler na het schot ook voor de rebound gaan.