De focus in deze oefening ligt op het schieten om te scoren. De schutter moet 3 goals maken. Je krijgt een punt voor ieder schot dat raak is en wisselt als dit gelukt is. De rebounder onder de paal krijgt een punt voor ieder schot dat mis is. Op deze manier verhogen we de druk op de schutter voor de korf. Als de schutter voor de korf drie doelpunten gemaakt heeft wordt er gewisseld van functie. De rebounder wordt schutter en schiet totdat er drie doelpunten gemaakt zijn. Wie heeft de meeste punten?
- Een schutter staat op schotafstand voor de korf, een rebounder onder de paal.
- De aanvaller schiet net zolang door tot er drie doelpunten zijn gemaakt.
- Ieder gemaakt doelpunt telt als punt voor de schutter.
- Ieder gemist schot telt als punt voor de rebounder.
- Bij drie gemaakte doelpunten wordt er gewisseld van functie.
- Als beide spelers drie doelpunten hebben gescoord is het spel afgelopen. Wie heeft de meeste punten?
Te moeilijk:Om te voorkomen dat de rebounder heel veel punten krijgt, omdat de schutter niet (snel) aan drie doelpunten komt kan er een speelregel worden geïntroduceerd:
- Als de schutter vijf keer achter elkaar mist, wordt er ook gewisseld.
Om het schot makkelijker te maken kan er voor worden gekozen dichtbij de paal te schieten.
Te makkelijk:Scoort de schutter veel doelpunten? Daag hem uit door de schotafstand te vergroten