De verdedigers (formatie 1-2-2) proberen te voorkomen dat de aanvallers kunnen scoren, door de ruimte zo klein mogelijk te maken en ten koste van alles de bal te veroveren of de bal te blokkeren
De verdedigers helpen elkaar door de onderlinge afstand zo klein mogelijk te houden
De aanvallers (formatie 4-2) proberen het veld zo groot mogelijk te maken om tot een doelpoging te komen
De verdedigers kunnen na het veroveren van de bal proberen te scoren in een klein doeltje
De aanvallers kunnen scoren in een groot doel met keeper
Wanneer de bal uit gaat, wordt hij weer ingetrapt op de plek waar hij uit is gegaan