Een van deze twee start met de bal en speelt nummer 6 in.
Nummer 6 kaatst de bal terug naar nummer 2, nummer 10 maakt ondertussen , samen met nummer 7 ,zijn voor actie.
Nummer twee speelt nummer 10 in.
Nummer 10 speelt de bal diep op nummer 2.
Nummer 2 neemt de bal aan de voet mee.
Nummer 7 en 9 positioneren zich voor het doel terwijl nummer 2 de bal voorbrengt.
Onderste oefening:
Nummer 6 en 8 spelen om de beurt de bal in naar nummer 10.
nr 8 speelt bij voorbeeld in naar nummer 10.
Nummer 10 kaatst de bal naar nummer 6.
nummer 6 speelt de bal kort voor nummer 2.
Nummer 2 speelt de bal op nummer 7,die en voor actie heeft ingezet naar binnen toe zodra nummer twee starten met lopen.
Nummer speelt de bal en de diepte voor nummer twee.
Nummer 7, 9, 11 maken hun loop actie naar het doel toe.
Nummer 10 komt op de 16 meter lijn te staan voor de afvallende bal.
Wisselingen posities:
Nummer 6 8 en 10 wisselen van positie. De speler die de bal inspeelt komt op de positie te staan van de speler die de bal diep speelt voor nr 2 of nr 5.
De speler die de bal diep speelt wisselt met nr 10.
Nr 10 komt te staan achter een van de twee waar de minste mensen staan.