Organisatie:
Er word 2:2 gespeeld op 2 velden. De spelers in de zogenaamde spitsenvakken aan de boven- enonderkant dienen als doel.Ze kunnen scoren door hun medespeler in het spitsenvak aan te spelen, hij moet de bal wel in dit vak onder controle krijgen. Na een doelpunt mag de andere partij beginnen.Hierna word het spel gespeeld met een kaats. De spits krijgt de bal en moet hem direct terug spelen naar een medespeler. Pas nu is er een punt behaald.De spitsen mogen niet uit hun vak komen, en de andere spelers mogen niet in het spitsenvak.Na 8 minuten doorwisselen
Aandachtspunten:
Eerst kijken of de andere speler de bal goed heeft aangespeeld, daarna vragen om de bal door een loopactie.Als je zuiver passt, dan kan de spits ook goed terug spelen.