Op de achterlijn staan 3 rijtjes, iedere speler heeft een bal, voer de opdracht uit :
Opdracht 1: Rol de bal voor jezelf uit en als de val over een be[aalde lijn is (die bepaalt de trainer) dan mag je starten om je bal te stoppen.
Opdracht 2: Voorwaarts bal voor jezelf opgooien en bovenhands vangen. Echt boven je hoofd met handen in kommetje. Verplaats van A naar B
Opdracht 3: Idem, maar nu achterwaarts
Opdracht 4: Nu bal opgooien, hinkelen en als je de bal vangt dan ga je 5 tellen stil staan op 1 been.