Ketsen (per 2): polsslag, juiste voet voor, wapenen, op de bal slaan
Kinderen botsen met de bal op de grond om nadien een controletoets te doen en dan te slaan op de bal.
EERST (individueel): slaan naar beneden (polsslag, juiste voet voor, wapenen)
DAARNA (individueel): slaan met polsslag over het net
VERVOLGENS (per 2): slaan met polsslag over het net. Het andere kind verdedigd deze bal voor zichzelf en slaat dan terug
LAATSTE (per 2): de vervolgens maar dan op punten
Per 2, ieders aan een kant van het veld + een bal. Passen van aanvalsaanloop doen en dan onder het net door slagen. (1 hand wijst naar de bal, andere hand slaat, pols klapt om de bal heen) andere vangt en doet hetzelfde.