- Het doel van de oefening is tweeledig: de verdediger moet leren 'lezen' waar de aanvaller heen gaat slaan en de aanvaller moet voor het slaan kijken waar de verdediging staat.
- We werken met twee vaste spelverdelers, aan beide kanten van het veld een rijtje aanvallers op de links-voor positie.
- En twee verdedigers, die zelf mogen weten waar ze zich opstellen in het veld.
- Een verdediger moet 10 keer de aanval verdedigen, het liefst een mooie pass, maar aanraken is voldoende.
- Als de aanvaller in het net slaat of uit het veld, telt dat ook mee.
- En de aanvallers mogen alleen smashen, geen prikballen!
- Na de aanval haalt de aanvaller de bal op en sluit aan bij het andere rijtje.
- De aanvaller die bij de 10e keer dat de verdediger de bal verdedigt neemt de plaats in van de verdediger.
- De verdediger gaat dan uiteraard aanvallen.
Nodig:
- 8 - 10 spelers
- genoeg ballen
Zijn er minder spelers, dan kan de oefening natuurlijk ook worden gedaan, maar dan aan 1 kant. De aanvaller haalt de bal op en sluit dan aan bij hetzelfde rijtje.
Blokkeerder erbij die geeft aan waar hij gaat blokken en de mid achter gaat naar zijn plek.