De trainer staat op de SV plek en de lln staan achter elkaar in een rijtje in het midden. De bal wordt aangegooid en de bal moet gespeeld worden naar de trainer.
Ronde 2:
De trainer staat op de SV plek en de lln staan achter elkaar in een rijtje in het midden. De bal wordt aangegooid en de bal moet gespeeld worden naar de trainer. De trainer geeft een set-up en de bal wordt door de aanvaller buiten geslagen. Goede pass is doorschuiven naar aanval. Slechte pass is achter in de rij aansluiten nadat de bal is gehaald.
Ronde 3:
De trainer staat aan de andere kant van het net, gooit de bal aan. Pass, set-up en aanval. Goed, doorschuiven, fout blijven staan en de pass sluit achter aan.
Ronde 4:
De trainer staat aan de andere kant van het net, gooit de bal aan. Pass, set-up en aanval. Goed, doorschuiven, fout blijven staan en de pass sluit achter aan. Alleen nu mag de SV kiezen links of rechts een set-up. Degene die aangevallen heeft moet dan de bal halen en achteraan sluiten.