Behalve techniek is bij volleybal ook communicatie belangrijk.
En beide aspecten gelden ook voor deze oefening.
En adequaat reageren op situaties die anders verlopen dan normaal.
Bij een dergelijke oefening zie je heel goed hoe verschillend spelers en in dit geval speelsters zijn.
Drie spelers stellen zich op om te gaan passen (de nummers 3, 4 en 5).
Speler 2 staat klaar aan de zijkant van dezelfde speelhelft. De andere spelers staan klaar met bal om te serveren aan de andere kant.
Speler 1 serveert de bal (en loopt daarna gelijk naar de plek waar speler 2 al staat)
Een speler passt de bal. Een andere speler geeft een setup. En de derde speler speelt de bal over het net. Alle drie de spelers moeten de bal spelen, of een pass, of een setup, of een aanval.
Als de bal over het net is, draaien de spelers door: 2 gaat het veld in (waar 3 eerst stond) 3 gaat naar mid-achter, 4 gaat naar de plek van 5 en 5 gaat de serveer plaats van de andere helft.
Dan kan de volgende speler serveren, op de tekening is dat speler 8. Enz.