Gedeelde Training
20210303 27+
Benodigde materialen
- 1 x Ballen
- 1 x Korf
Gebruikte technieken
Diversen
- A jeugd
5 Oefeningen
Oefeningen
Schot circuit met competitie
0 minuten- 3 scoren is wisselen:
- Alleen de winnaar blijft staan.
- Doorlopers
- Schot op afstand die iedereen kan halen
- Uitwijkers
- Strafworpen
Ladderen
0 minuten1. Begin in de startpositie met het gezicht naar de loopladder toe.
2. Stap met uw linkervoet in het eerste vakje van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij (zorg er voor dat uw hakken de grond niet raken).
3. Ga vervolgens voorwaarts op bovenstaande manier de loopladder door.
4. Wissel de startvoet om de beurt af.
5. Probeer ook een om de oefening andersom uit te voeren, u begint dus met uw rug naar de loopladder toe.
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten tegelijk voorwaarts waarbij uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder belandt en uw rechtervoet in het eerste vakje. U maakt als het ware een ski beweging.
3. Spring gelijk door waarbij uw linkervoet nu in het eerste vakje van de loopladder landt en uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Deze oefening wordt enkel uitgevoerd met 1 voet. Spring met uw linkervoet in het eerste vakje en hinkel vervolgens schuin naar voren waarbij uw linkervoet naast de tweede trede van de loopladder landt.
3. Hinkel naar het tweede vakje en hinkel schuin naar voren waarbij u nu rechts naast de derde trede landt.
4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent, let echter wel goed op uw houding en land enkel op de bal van uw voet (dus de hak raakt de grond niet aan).
5. Wissel de startvoet af.
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten in het eerste vakje van de loopladder en spring gelijk schuin naar voren waarbij uw voeten naast de tweede trede van de loopladder landen.
3. U sprint door naar het tweede vakje van de loopladder en springt nu schuin naar voren maar landt nu rechts naast de trede. U maakt dus een zigzag beweging.
4. Zorg ervoor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Stap met uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder.
3. Ga met uw linkervoet achter uw rechtervoet langs en plaats deze naast het eerste vakje van de loopladder schuin achter uw rechtervoet.
4. Plaats uw rechtervoet naast het eerste vakje van de loopladder naast de linkervoet.
5. Stap met uw linkervoet in het tweede vakje van de loopladder en ga nu met uw rechtervoet achter uw linkervoet langs en plaats vervolgens uw linkervoet weer naast de rechtervoet.
6. Vervolg deze stappen voor de gehele loopladder.
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Stap met uw linkervoet in het eerste vak van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij in het eerste vakje van de loopladder.
3. Zodra uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder landt verplaatst u uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder.
4. Spring met uw rechtervoet recht naar voren zodat deze in het tweede vakje van de loopladder uitkomt en sluit uw linkervoet bij.
5. Zodra uw linkervoet is aangesloten springt u met uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
6. Vervolg de bovenstaande stappen voor de rest van de loopladder.
Balvaardigheid en flexibiliteit
0 minuten- de blauwe speelster speelt de bal op de rechterhand van de rode speelster, deze verlegt de eenhandig gevangen bal naar links en plaatst door op de witte speelster. De rode dame gaat zijwaarts door de pylonnen en krijgt de bal weer van wit aangespeeld op haar linkerhand, ze verplaatst naar rechts, gooit naar blauw en gaat weer zijwaarts door de pylonnen. Als ze klaar is wisselt ze met wit, wit gaat naar rood en blauw en blauw Gaast lopen. (kan ook met 4 tallen en 2 ballen)
- Nu staat 1 dame onder de paal. De dame met bal gaat zijwaarts door de pylonnen en neemt de bal al stuiterend mee. Na de laatste pylon speelt ze de paal dame aan en neemt een doorloopbal. de aangever vangt af en gaat vooraan beginnen. De derde dame is inmiddels onderweg scoor met 3 tal 15x
- rechtdoor gaand over de stokken huppen en doorloopbal nemen 15x scoren
- je staat dwars op de pylonnen met stok er tussen. je stapt met rechts over de stok en vervolgens met links en dan over de volgende stok. tenslotte neem je een doorloopbal 15x scoren
- 2x huppen over elke stok en vervolgens doorloopbal nemen 15x scoren
- iedere speelster heeft een bal. neem de bal in de rechterhand en trek je rechter knie omhoog, haal de bal er onderdoor, pak hem over met links, zet het rechterbeen op de grond en trek het linkerbeen op en haal de bal van buiten naar binnen onder dat been door en pak de bal dan weer met rechts. enz elk been 10x, daarna van binnen naar buiten.
- bal tussen de benen door stuiten van voor naar achter en van rechts naar links, daarna van achteren naar voren elk 10x
- bal om de heupen draaien en steeds verpakken. 20x links om en 20x rechtsom
- de bal ligt op 2 handen die je op je rug houdt. speel de bal over je hoofd heen door hem op te wippen met beide handen. Vang de bal voor het lichaam. 10x.
- oefening 9 maar nu andersom. vangen met de handen op de rug.
Tom & Jerry 1.5
0 minutenTweetallen:
- Nummer 1 voor de korf (6 meter),
- Nummer 2 met bal onder de korf. 1 pion links of rechts van de korf op ongeveer 4 tot 6 meter.
- Nummer 2 gooit de bal naar nummer 1.
- Nummer 1 legt de bal op de grond en rent naar de pion en gaat er omheen richting de korf.
- Ondertussen rent nummer 1 naar de bal op de grond en speelt de bal naar de nummer 2 voor een diepte doorloopbal.
- Dit herhaald zich vervolgens totdat er 8 doorloopballen zijn gemaakt.
- Belangrijk is het tempo:
- De lopers mogen niet stilstaan, maar je mag niet te traag gaan lopen.
- De timing van de passing moet correct zijn.
3 pionnen voor de korf (vaste aangever)
0 minuten- 3 pionnen voor de korf (vaste aangever)
- 1 rebound, 1 aanvaller.
- Aanvaller begint bij achterste pion.
- Bij een doelpunt mag je een pion naar voren.
- Bij een misser een pion naar achter.
- Vaste aangeef, wissel na een ronde.
- Spelrondes: (het gaat hier om het aantal te nemen kansen)
- Ronde 1:
- 10 doorloopballen.
- Ronde 2:
- 10 korte kansen.
- Ronde 3:
- 10 schoten. (3m, wisselend uitwijken)
- Ronde 4:
- 10 schoten. (5m, wisselend uitwijken) Goed voor 2 punten.
- Finale:
- 25 korte kansen (samen) scoren.
- Koppel met de meeste punten wint.