Gedeelde Training
Training vrijdag 12/3
Benodigde materialen
Diversen
7 Oefeningen
Oefeningen
Inschieten
10 minutenPer 2 of 3 aan korf. Zorg voor voldoende beweging en ga vrij inschieten
Opwaming met bal - 80x scoren
15 minuten- 25 doorloopballen
- 20 strafworpen
- 15 schoten
- 20 wegtrekballen achter de korf
Ladder + sprong
15 minutensteeds 2 of 4 reeksen afhankelijk van aanwezigheden:
1. Ladder: 3 voetcontacten per vak + achterwaarts lopen naar beginpositie
2. Ladder: shuffle (2 voetcontacten in, 1 voetcontact uit) + sprong uit stand over horde
3. Ladder: idem als vorige maar achterwaarts + sprong uit stand, bij landing onmiddellijk over in korte spurt
4. Ladder: Zijwaarts met 2 voetcontacten knieën hoog (elke reeks links-rechts afwisselen) + lunges op rustig tempo terug
5. Ladder: 2 voeten samen 2 voorwaarts, 1 achterwaarts + zijwaarts lage positie naar beginpunt (elke reeks kijkrichting wijzigen)
6. Bij deze iedereen 1 bal: Ladder: 3 voetcontacten bal boven hoofd + rustig terug lopen en tegelijk bal om middel bewegen
7. Weer ieder een bal: Ladder: hinken 1 contact per vak met bal om middel draaien (elke reeks wisselen been) + 4 x pompen op bal
Reeks met schot
10 minuten- Reeks bestaat uit 3 kansen:
- Start uit vrije worp.
- Vervolgens krijg je de bal aangespeeld op een loopactie vooraan. (buitenste hand)
- Ga je na overbrengen op andere hand (breed stappen) de aangever opnieuw aanspelen voor een doorloopbal.
- Zet door voor een schot achter de korf.
- Welk team scoort het eerst 20x.
2 tegen 1 aanvallen
10 minuten- Per 3-tal aan de korf, 2 aanvallers en 1 verdediger:
- Bedoeling is om met 2 steeds vrij te komen.
- Oefening is ten einde wanneer:
- Er wordt gescoord, de verdediger de bal heeft, als de bal botst.
- Draai steeds door in volgorde A - A - V.
- Indien het een 4-tal is, krijgt de verdediger een beurt rust alvorens als aanvaller in te schuiven.
Schotopdracht wisselende aangevers
10 minuten1) Onder iedere paal staat een aangever met bal. In het voorveld staat bij iedere paal een schutter.
2) De schutters voor de korf schieten net zolang tot één van de schutters twee doelpunten heeft gemaakt.
3) Als één schutter twee doelpunten heeft gemaakt, draaien alle schutters door naar de volgende paal.
4) Alle schutters tellen door bij het aantal doelpunten dat ze hebben staan. Als één schutter vier doelpunten heeft gemaakt, wisselt iedereen weer door.
5) De eerste schutter die tien doelpunten heeft gemaakt, wint.
Doorwisselen: er wordt dus gewisseld zodra één schutter 2, 4, 6, 8 of 10 goals heeft.
Schutters worden nadien aangever en omgekeerd. Laat de winnaars aangevuld met de andere hoogste scores nog een finale spelen.
Wedstrijdvorm
20 minutenAfhankelijk van het aantal aanwezigen een wedstrijd organiseren