Gedeelde Training
Junioren A1
Benodigde materialen
- 4 x Ballen
- 4 x Hoedje
- 4 x Korf
- 4 x Mand
- 4 x Paal
- 4 x Plaat
Diversen
- A jeugd
5 Oefeningen
Oefeningen
SCHIETOPDRACHTEN HALEN
10 minutenIn het kort: beoefenen van diverse vormen van het schot in een leuke wedstrijdvorm.
Organisatie: per groepje een korf en een bal, de korven staan bij voorkeur (maar niet beslist noodzakelijk) in een cirkel of rechthoek opgesteld. Het aantal personen per groepje is minder belangrijk (wel alle groepjes ongeveer even groot).
De eerste opdracht aan de groepjes luidt: maak 10 doorloopbal doelpunten. Als je daarmee klaar bent, loopt de maker van het laatste doelpunt naar de trainer om daar de volgende opdracht te halen. Welk groepje heeft het eerst alle opdrachten uitgevoerd?
De trainer loopt intussen kriskras rond, aanmoedigingen gevend of her en der corrigerend. Hij heeft een papiertje bij zich waarop een rij opdrachten staat. Als iemand komt om de volgende opdracht te halen, eerst even vragen welke opdracht net is uitgevoerd (dat kan na verloop van tijd behoorlijk uiteen lopen) en dan de volgende opdracht meegeven. Een voorbeeldlijstje: 10 doorloopballen, 15 strafworpen, 5 schoten van 8 meter, 10 doorloopballen van achter de korf, 5 uitwijkballen naast de paal, 10 schoten van 6 meter. Alles kan natuurlijk, veel vaart komt erin als het aantal te maken doelpunten klein gehouden wordt.
21-en variant
10 minuten- Neem 2 schoten uit beweging en 1 doorloopbal:
- bedoeling is om 21 (of meer) te halen met je korf.
- Schot scoren telt voor 2 punten.
- Doorloopbal scoren telt voor 1 punt.
- Geen korf raken betekent 1 punt.
- Kom je op 11 terecht, moet je opnieuw van 0 starten.
Sprong, schot, conditie
10 minuten- 1 paal met aan elke zijde een pion of bal op 2 meter.
- Bij gebruik van pionnen ligt de bal bij de eerste pion en neemt de speler deze telkens mee naar de volgende pion om hem daar weer neer te leggen.
- Bij gebruik van ballen legt de speler de bal telkens weer terug op de originele plek alvorens naar de volgende pion te gaan.
- Speler begint op 5 meter voor de korf, op startsignaal sprint speler naar de eerste pion/bal.
- Speler springt zo hoog mogelijk heen-en-weer over de pion/bal, pakt de bal en scoort vanaf 2m.
- Als het doelpunt mis is springt de speler opnieuw heen-en-weer over de bal en komt tot schot.
- Als het doelpunt raak is ga je naar de volgende bal/pion en herhaal tot de speler alle kanten van de paal heeft gehad.
- Kan er op verschillende manieren competitie van maken, de afstand vergroten van 2m naar 3 of 4 meter, in plaats van links-recht naar voor-achter springen.
- Originele Oefening is van Korfbalfit.
1 Aanvaller, 3 Verdedigers
15 minuten- 4 palen in een vierkant.
- 4 aangevers.
- 1 aanvaller.
- 3 verdedigers.
- De aanvaller moet dus de vrije paal vinden.
- De verdedigers moeten dus zo moeilijk mogelijk maken en communiceren.
- Varianten:
- Alleen doorloopballen.
- Alleen schoten.
- x aantal doelpunten etc.
Partijen
30 minuten- 4-4 partijen zonder opdrachten.
- Per aanval 4 ballen.
- Doelpunt is bonusaanval.
- Na 1 ronde vak bij elkaar en bespreken wat goed en minder goed ging.
- Na 2 rondes door wisselen.
- Wissels aan zijkant korf tegenover elkaar en schieten.