Gedeelde Training
Junioren/Senioren
Benodigde materialen
- 1 x Ballen
- 1 x Hoedje
- 1 x Korf
Gebruikte technieken
Diversen
- A jeugd
5 Oefeningen
Oefeningen
100 doelpunten scoren
10 minutenScoor met 3-tal 100 doelpunten.
- Doorloopballen.
- 10 bovenhands.
- 10 met links.
- 10 met rechts.
- 10 onderhands.
- 25 strafworpen.
- 15 uitwijkballen. (max 2x achter elkaar schieten, zowel links als rechts uitwijken)
- 20 afstandsschoten uit een kleine beweging. (max 2x achter elkaar schieten)
Schot uit beweging
10 minuten- Scoor met tweetal 20 afstandsschoten uit beweging.
- De schutter schiet 5 keer en is steeds in beweging aan alle kanten van de paal.
- Na 5 schoten wordt gewisseld van functie.
- De afvangen probeert de bal te vangen voordat deze de grond raakt.
- Dat betekent dat je moet beoordelen waar de bal komt om op tijd te zijn met vangen.
Rebound oefenen
10 minuten3-tal per korf
- 1 schutter en 2 rebounders achter de korf op 3 of 4 meter (afhankelijk van niveau)
- van de 2 rebounders is 1 aanvaller, 1 verdediger: van te voren afspreken wie welke taak heeft.
- schutter voor de korf roept "ja", op dat moment mogen beide rebounders richting korf om de juiste positie te pakken. Als aanvaller aangeeft dat hij/zij goed staat, mag schutter schieten.
- 3 rondes, dan wisselen van positie.
Aandachtspunten: Let op opstellen aanvaller/verdediger in rebound, goed uitblokken van tegenstander
Variaties:
- niet van te voren afspreken wie welke functie heeft en speel(st)ers apart punten laten tellen voor x-aantal rebounds te halen.
- schutter schiet op enig moment, daarna mogen rebounders pas reageren om af te vangen.
- schutter gaat mee afvangen en mag als schot mis is, passen op aanvallende rebounder voor korte kans
Oplossen voorverdedigen
10 minuten4 of 5-tallen per korf
1 aangeef, 1 verdediger op aangeef, 2 aanvallers
Aangeef probeert in de positie te komen terwijl verdediger voorverdedigd. Aanvallers moeten het zo uitspelen dat ze de aangeef kunnen aanspelen en de verdediger dus buitenspel zetten. Spel dus continue verleggen. Als aangeef ingespeeld kan worden, actie maken en doorwisselen van functie.
Variatie:
- aangeef uitspelen door bal erover heen te spelen of wegtrek naar achter korf.
Partijen
35 minuten- 4-4 partijen zonder opdrachten.
- Per aanval 4 ballen.
- Doelpunt is bonusaanval.
- Na 1 ronde vak bij elkaar en bespreken wat goed en minder goed ging.
- Na 2 rondes door wisselen.
- Wissels aan zijkant korf tegenover elkaar en schieten.