Gedeelde Training
Training CMV N3 20220329
Benodigde materialen
- 8 x ballen
- 2 x mat
Gebruikte technieken
Diversen
- C jeugd
7 Oefeningen
Oefeningen
Aap en de kokosnoot
10 minutenDit is altijd wel leuk om te doen, vooral de wat kleinere kinderen vinden dit leuk.
- Je hebt een aap= Deze persoon wordt aangewezen door de trainer. Deze persoon moet proberen de kokosnoot te stelen zonder getikt te worden.
- Je hebt een kokosnoot= Dit is eigenlijk gewoon de volleybal, of een andere bal.
- Je hebt een apenjager= Deze persoon wordt ook aangewezen door de trainer, maar de apenjager is ''undercover'', deze is dus gewoon een palmboom maar als de aap de bal vast heeft mag deze de aap af tikken.
- En tot slot heb je nog de Palmbomen= Dit zijn alle overige spelers die niet de aap of de apenjager zijn.
Je zet alle spelers in een cirkel aan één kant van het veld, in het midden van deze cirkel leg je de ''kokosnoot''.
De trainer kiest in het bij zijn van het hele team de aap uit. De aap gaat dan richting een muur of gaat ergens staan met de ogen en oren dicht, met het gezicht de andere kant op diegene kan het team dus niet meer zien. Je zegt dan ''De apenjager is.....(je wijst dan het kind aan, zeg niet de naam van het kind)'' Als iedereen weet wie de apenjager is dan zeg je dat de aap terug mag komen. De ruimte tussen de palmbomen waar de aap in het begin langs gaat moet die ook weer terug gaan.
Bijvoorbeeld gaat hij tussen Jan en Piet richting de kokosnoot dan mag hij niet tussen Henk en Hans terug gaan, hij moet dan weer terug gaan via Jan en Piet.
Als de aap zonder dat hij getikt is de kokosnoot heeft meegenomen buiten de cirkel dan heeft de aap gewonnen.
Als de aap getikt wordt voordat hij buiten de cirkel is met de kokosnoot heeft de apenjager gewonnen.
- De blauwe bolletjes zijn de ''palmbomen'' spelers.
- Het rode bolletje is de ''apenjager''. De aap weet niet wie de apenjager is. De apenjager probeert de aap te tikken.
- Het witte bolletje is de ''aap''. Deze probeert de kokosnoot te pakken zonder getikt te worden.
- Het gele bolletje is de kokosnoot.
Bal tegen muur
10 minuten- met twee handen gestrekt
- liggend op de buik (zo lang mogelijk wachten met vangen)
- zittend of liggend op mat die achter het kind ligt (met of zonder mat kan gewisseld worden met vorige)
Gooien en vangen individueel
10 minutenMet zo weinig mogelijk worpen naar de overkant van het veld.
2) Bal zo hoog mogelijk gooien. Zo vaak mogelijk onder de bal door gaan, terwijl deze stuitert (buigen, kruipen, liggen)
Dribbelen over bank
10 minuten- dribbelen zonder te stoppen
- heen en terug
Serveren tegen muur
10 minuten- achter bank blijven. Zelf eigen bal vangen achter de bank, dus hard genoeg serveren
Onderhandse opslag en achteraan gaan
10 minuten- aan de andere kant bal vangen
- bal controleren met dribbels
- idem, en terug over het net spelen
1 tegen 1
10 minuten- vangen en gooien
- serveren, toetsen en vang-gooi
- doorspelen