Gedeelde Training

1. Wit gooit naar blauw en blauw plaatst door op rood. Blauw gaat voor de doorbraak en krijgt die van rood aangespeeld. Blauw schiet en vangt zelf af. Wit gaat naar de positie van blauw. Blauw speelt de bal op rood, die de bal doorspeelt op wit, vervolgens doorbreekt en de bal van wit krijgt aangespeeld. blauw en rood wisselen van positie enz. (20x scoren)
2. Hetzelfde als hierboven, maar nu wordt onder de paal weggestapt en wordt een kort kansje genomen. Na het schot wordt van positie gewisseld en speelt blauw de bal naar rood enz. (20x scoren)
3. dezelfde loopoefening, maar nu neemt blauw een uitwijkbal nadat hij de bal van rood heeft gekregen (max 4 m van de korf schieten) en geplaatst onder de korf, wit geeft aan en vangt af en plaatst op rood sprint naar voren, krijgt de bal enz. (10x scoren)
4. Net als bij 3 wijk je uit en stapt de aangever ook zijwaarts mee uit, die krijgt de bal en schiet. De uitwijken vangt af en gooit naar de vrije kant.
5. Wit plaats naar voren naar blauw, blauw speelt terug. Wit speelt vervolgens naar rood en loopt op rood toe. Dubbelt met rood en trekt weg naar achteren. Zij krijgt de bal van rood en schiet. Blauw is inmiddels bij de korf en vangt af en plaatst op rood die inmiddels zijn plek heeft ingenomen. Wit neemt de plaats van rood in. (10x scoren)
6. Dezelfde looplijnen als bij 5, maar nu sluit de rode speelster aan bij de weggetrokken dame, krijgt de bal terug en schiet (10x scoren)

• Doorloopbal (2 personen)
• Touwspringen (1 persoon)
• Strafworp (1 persoon)
•  Zittend bal terugspelen, 4x links, 4x rechts, 4x rechtdoor bal boven hoofd naar grond en herhalen (2 personen)
•  Vrije worp (2 personen)
•  Loopopdracht heen en weer langs de lijn (1 persoon)
•  Korte kans (1 persoon)
•  Schot voorkant korf uit beweging (2 personen)
•  Balvaardigheid: op 1 been, bal om lichaam draaien en terug, dan bal onder geheven been door en herhaal van in begin. Wissel na 2 series van steunbeen (1 persoon)
•  Schot achterkant korf uit beweging (2 personen)

1. Tweetallen bij een paal. Je wandelt rond de paal op ongeveer 2 meter en krijgt 10x een bal aangespeeld die je binnen die afstand schiet. (minstens 5x raak) Ieder doet dit 2x.
2. strafworpen ieder neemt er 10 en scoort minstens 7x
3. op 2,5 meter vrije bal oefenen. Ieder neemt 2x 10 kansen. (5x scoren in de twee beurten)

2 speelsters voorin, 1 onder de paal en 1 achter de korf.

• dame onder de korf speelt uit naar voren en loopt naar dezelfde kant opzij uit en draait vervolgens door naar achter de korf
• de dame achter de korf komt in de steun en krijgt de bal van de voorkant.
• de andere dame voorin dreigt voor een doorloopbal, krijgt de bal en speelt die door op de eerste uitlopende dame die inmiddels achter de korf is.
• de eerste dame vult het gat op, krijgt de bal en schiet