Gedeelde Training
20230502 A1
Benodigde materialen
Gebruikte technieken
Diversen
- A jeugd
5 Oefeningen
Oefeningen
Triootje
0 minutenIn het kort: spelvorm, waarbij de schutter drie verschillende soorten kansen achter elkaar krijgt.
Organisatie: tweetallen (eventueel drietallen) per korf, iedereen start onder de korf.
Moeilijke doorloopbal.
Nummer 1 start weg bij de korf, krijgt direct de bal aangespeeld en neemt het kansje van dichtbij. Nummer 2 vangt af en speelt de bal terug naar nummer 1 die intussen verder bij de korf vandaan is gelopen. Nummer 1 neemt een afstandsschot (de tweede kans). Nummer 2 vangt de bal af en geeft nummer 1 aan voor een doorloopbal (de derde kans). Daarna gaat nummer 2 een triootje schieten, enz. Een doelpunt uit het wegstarten en de doorloopbal levert 1 punt op, het afstandsschot 2 punten. Welk tweetal (eventueel drietal) heeft het eerst 25 punten gehaald?
Variaties:
'Triootje'is heel geschikt als
a ) Triootje met een afstandsschot, een uitwijkbal en een opwarmoefening aan het begin van de bovenhandse doorloopbal (die door de schutter zelf wordt training. afgevangen).
b ) Alles achter de korf uitvoeren.
c ) Kwartetten: dat wil zeggen vier schoten per keer: eerst wegstarten, dan een afstandsschot, gevolgd door een uitwijkbal (of een schot na een zijwaartse beweging) en tot slot een doorloopbal.
Warming-up met doorloopbal
0 minuten- Per viertal 20 doorloopballen scoren.
- Vervolgens krijgt één dame een tegenstander en combineren met drieën rond de korf.
- Een dame zonder tegenstander speelt de bal in en de dame met tegenstander probeert te scoren via een doorloopbal of klein kansje.
- Je moet als aanvaller met tegenstandster je dame steeds bezig houden en binden.
- Dus wisselen tussen breedte en diepte lijnen.
- Na 5x scoren wisselen.
Afstandsschot na dubbelen
0 minutenDe afgevangen bal wordt direct weer op de schutter gespeeld die de aangeef weer aanspeelt en opnieuw vrijkomt op bijna dezelfde plek als het eerste schot.
Na schoten wisselen van functie. (ieder pakt 5x elke functie)
Van de 25 schoten moeten er minstens 5 zitten.
M-sprint
0 minutenOefening:
- Vanaf de achterlijn bij een volleybalveld sprint je naar de verste 3 meterlijn.
- Dan ga je terug naar de eerste 3 meter lijn.
- Vervolgens sprint je naar de achterlijn en gaat op dezelfde manier terug:
- Via de verste 3 meterlijn,
- De eerste 3 meterlijn
- De achter -begin- lijn. Dit is 60 meter.
- Tik steeds de lijn aan. 4 x.
- Na de eerste keer 15 seconden rust.
- Na de tweede keer 15 seconden rust.
- Na de derde keer 30 seconden rust.