Gedeelde Training
20240227 A1
Benodigde materialen
- 1 x Ballen
- 4 x Hoedje
- 2 x Hordes
Gebruikte technieken
Diversen
- A jeugd
6 Oefeningen
Oefeningen
Triootje
0 minutenIn het kort: spelvorm, waarbij de schutter drie verschillende soorten kansen achter elkaar krijgt.
Organisatie: tweetallen (eventueel drietallen) per korf, iedereen start onder de korf.
Moeilijke doorloopbal.
Nummer 1 start weg bij de korf, krijgt direct de bal aangespeeld en neemt het kansje van dichtbij. Nummer 2 vangt af en speelt de bal terug naar nummer 1 die intussen verder bij de korf vandaan is gelopen. Nummer 1 neemt een afstandsschot (de tweede kans). Nummer 2 vangt de bal af en geeft nummer 1 aan voor een doorloopbal (de derde kans). Daarna gaat nummer 2 een triootje schieten, enz. Een doelpunt uit het wegstarten en de doorloopbal levert 1 punt op, het afstandsschot 2 punten. Welk tweetal (eventueel drietal) heeft het eerst 25 punten gehaald?
Variaties:
'Triootje'is heel geschikt als
a ) Triootje met een afstandsschot, een uitwijkbal en een opwarmoefening aan het begin van de bovenhandse doorloopbal (die door de schutter zelf wordt training. afgevangen).
b ) Alles achter de korf uitvoeren.
c ) Kwartetten: dat wil zeggen vier schoten per keer: eerst wegstarten, dan een afstandsschot, gevolgd door een uitwijkbal (of een schot na een zijwaartse beweging) en tot slot een doorloopbal.
Doorbraak vanuit de ruimte
0 minutenDe steun gooit de bal uit naar links of rechts en loopt de kant op waarheen is gegooid. De bal wordt teruggespeeld op de uitloper.
De speler aan de andere voorzijde is constant in beweging en breekt door op het moment dat de bal terug is gespeeld op de uitloper. De uitloper geeft de bal aan en deze doorloopbal wordt gescoord.
scoor 20x over links en 20x over rechts
Het 1:1 duel
0 minutenHet schot telt voor 1 punt, de doorloopbal en uitwijkbal tellen voor 2 punten. Wissel van functie als je 5 punten hebt
- De speler staat met het gezicht naar de korf.
- De speler springt zijwaarts over de twee hordes en loopt zijwaarts naar het hoedje.
- Daarna sprint de speler naar het hoedje naast de korf en neemt vervolgens een rustige doorloopbal.
- We scoren 20x met de hoedjes aan de rechterkant en 20x met de hoedjes aan de linkerkant.
- De blauwe speler loopt tussen de hoedjes heen en weer en krijgt de bal op de buitenste hand aangespeeld, je vangt met 1 hand en gooit met 1 hand terug. Altijd de buitenste hand.
- Iedere speler speelt 5x met links terug en 5x met rechts.
Conditie blok 2
0 minuten- T-Loop (ieder 5x) Je blijft steeds dezelfde kant op kijken. (vooruit, zijwaarts naar rechts, zijwaarts naar links, zijwaarts naar rechts, achteruit) Het is een sprint oefening.
- 9/12 hoedjes sprint. (30-45-60-45-30 seconden) evenveel rust als lopen
- 3:3 (of 4:4) in een kwart van een vak. 10x overspelen zonder dat de bal wordt onderschept of valt. na een onderschepping gaat het andere team verder, na vallen begint de telling opnieuw. Welk team scoort als eerste 2 van de 3 punten
4:4 met uitstellen van het schot
0 minuten- Speel 4:4. Pas na het 5e balcontact mag er een schotkans worden genomen. Om het moeilijker te maken moeten er ook twee diagonale ballen zijn gegooid. Het doel is een schot kans uit te stellen om een overtal situatie proberen te verbeteren.
- speel 4:4 met steun aan de zijkant, doorbreken mag alleen zonder bal. (steun mag niet tussen paal en dame met de bal)
- speel 4:4 met simpel en verleggen
- speel 4:4 mrt hoge steun en verleggen naar achteren, eventueel met "braziliaantje"