De veldspelers maken 2 rijtjes ter hoogte van de palen.
De ballen worden op het tempo van de keepers op het doel geschoten.
Links hoog, rechts hoog, links hoog etc.
Echter, wanneer de spelers geschoten hebben gaan ze niet rustig hun bal pakken maar maken ze een sprint naar de middenlijn
Variatie:
- Er kan ook een ander punt worden aangegeven door middel van een pion, hoedje, paal etc. i.p.v. de middenlijn.
- Er kan ook een andere beweging gemaakt worden i.p.v. sprinten. Bijvoorbeeld de zijsprong.
In tweetallen bal opbrengen naar de overkant en scoren.
Rood brengt de bal op naar de overkant en probeert te scoren.Tweetallen starten vanaf de achterlijn.Op het moment dat rood een doelpoging onderneemt mag groen al starten om op een breakout te scoren aan de overkant. Rood verdedigt dan terug.Als groen een doelpoging heeft genomen moeten zij weer terug om tegen de andere twee rode spelers te verdedigen. Deze zijn uiteraard gestart op het moment dat groen een doelpoging heeft ondernomen.Deze oefening kan dus in stroomvorm door blijven gaan, omdat de spelers steeds weer terug komen aan hun eigen kant. Je kan dit doen op tijd( welke groep heeft de meeste doelpunten gemaakt?) of je kan kiezen voor wie heet zo veel doelpunten heeft gemaakt.
Variatie: