Gedeelde Training

Hockey training 2
Benodigde materialen
  • 60 x Bal
  • 2 x Doelen
  • 3 x hesjes
  • 20 x Pionnen
  • 1 x Lintjes
Diversen
Totale duur training:
60 min.
Niveau:
3 Oefeningen
1 tegen 1
Gewoon normaal, dus twee rijen en de voorste twee doen 1 vs 1.
10 min.
Totaal
40 min.
Oefeningen
Technieken
Aannemen - Passen - Aanvallen - Verdedigen - Passeren
Benodigde materialen
30 x Bal , 1 x Doelen , 3 x hesjes , 20 x Pionnen
  • B komt in gelopen richting de cirkel op snelheid. 
  • Hij krijgt van A die een gerichte push geeft voor B zodat hij hem makkelijk mee kan nemen.
  • Vanaf dan begint de 2 tegen 1. B en C tegen de verdediger. 
  • Als de verdediger de bal heeft afgepakt kan hij scoren door de bal door het oranje poortje te drijven. 
  • Tips aanvallers
    • Snelheid maken.
    • Over de backhand zijde van de verdediger spelen.
    • Oogcontact maken met medespeler.
    • Gebruik het in-out lopen.
  • Tips voor de verdediger
    • As dicht zetten.
    • Tussen de pass lijn van de aanvallers gaan staan.
    • Aanvaller de fout laten maken.
    • Oefening aan twee kanten uitzetten.
Technieken
Passen - Passeren : lift actie
Benodigde materialen
60 x Bal , 2 x Doelen , 20 x Pionnen
  • A begint met de bal en maakt oogcontact met B.
  • B loopt in en krijg een harde gerichte pass van A.
  • B neemt de bal aan met een lift actie en controleert de bal en versneld naar de cirkel.
  • Lijnt de bal op en geeft een harde pass naar de 2 de paal.
  • C loopt in en tipt de bal van B in het goal.
  • D begint met de bal en heeft een strakke gerichte pass naar E.
  • Neemt hem aan zodat hij om de bal heen kan lopen en gelijk kan afronden met een slag.

1 tegen 1
10 minuten
Technieken
Aanvallen - Verdedigen - Dribbelen - Slaan - Passeren - Conditie
Benodigde materialen
1 x Bal , 1 x Lintjes
Opmerking:
Gewoon normaal, dus twee rijen en de voorste twee doen 1 vs 1.
  • De kinderen staan in 2 rijen.
  • De trainer staat net achter de 2 rijen en rolt een bal naar voren.
  • Voorste 2 spelers proberen de bal te veroveren.
  • De balbezitter
  • drijft de bal richting het doel.
  • De ander probeert de bal weer te veroveren.
  • Vanaf een aangegeven punt mag de bal niet meer afgepakt worden en maakt de balbezitter een schot op doel.