Speedladder ( de volgende vertrekt pas als de eerste 4 vakjes weg is)
1. hakken billen met handen op je billen. Elke voet komt in elk vakje 10x
2. hinkelen door de ladder op linkerbeen 10x
3. hinkelen door de ladder op rechterbeen 10x
4 1 been in de ladder en 1 been buiten de ladder, opspringen en buitenste been in de ladder en binnenste been uit de ladder. 10x
5. zijwaarts in en uit huppen in de ladder
Reactie oefeningen
(zet per tweetal/drietal een rechthoek van 2m bij 1 m uit met vier verschillende kleuren hoedjes) 1 speler staat in het vak, de ander(en) kijkt toe. Leg twee lijnen aan elke kant van de rechthoek. De spelers in het vak laten de voeten op de plaats bewegen. (dribbelen)
De spelers krijgen steeds opdrachten waar ze op moeten reageren. Telkens als je een kleur van een hoedje noemt, moeten zij dat hoedje met de hand aanraken. De opdracht lijn betekent dat ze naar een van de zijlijnen moeten sprinten. Op dat moment komt de ander van het tweetal/drietal in het vak en doet dan de opdrachten. Ieder doet dat 10 keer.
Opdrachten kunnen onder andere zijn: spring, hurk, raak hak aan, raak knie aan, hinkel rechts, hinkel links, zit, plank, push-up enz. Deze opdrachten wissel je af met een kleur van een hoedje
Een klein vierkant rondom de korf. Hierin moeten 2 spelers continu aanvallen en over passen. Na elke passing is de speler in beweging.
In het kort: schietoefening (-spel) waarbij van verschillende kanten van de korf wordt geschoten. Elke oefening doen we 3x
Organisatie: per korf een tweetal met een bal, of bij gebrek aan voldoende korven 2 tweetallen met elk een bal. Bij elke korf vier pionnen of andere markeringstekens: 1 voor en 1 achter de korf en 1 links en 1 rechts van de korf, steeds op circa 6 meter afstand.
Variatie: de afstanden kunnen uiteraard naar believen groter of kleiner worden gemaakt. Of: bij elke pion 2 doelpunten maken
De belangrijkste overweging achter de bovenstaande oefeningen is het feit dat er gewoonlijk bij voorkeur van voor de korf wordt geschoten. En aangezien een groot deel van het vak nou eenmaal naast of achter de korf ligt, moet er ook vanaf die plaatsen geoefend worden. En het schieten daarvandaan is ook echt anders: niet alleen vanwege het feit dat de korven meestal iets voorover hangen, maar ook omdat de bevestiging aan de paal voor de schutter duidelijk waarneembaar wordt, waardoor het inschatten van de juiste afstand en hoogte beïnvloed wordt.
Zuiver schieten is altijd belangrijk natuurlijk, maar hier komt het er wel heel erg op aan om doelpunten te maken. Wanneer spelers dit spelletje voor het eerst doen, dan zijn ze aanvankelijk vrij luidruchtig en komen er wellicht reacties als 'dit kan nooit!' of 'ik vind er niks aan'. Die verdwijnen na korte tijd vanzelf, men gaat zeer geconcentreerd schieten en het scoren gaat met sprongen vooruit. Wat eerst onmogelijk leek, blijkt dan toch te kunnen!