Gedeelde Training

Oefeningen
Give & Go 3
0 minuten
Technieken
Aannemen - Passen - Aanvallen - Conditie
  • Grotere afmaakoefening met veel meters. 
  • Doordraaien 
    • 1-2-3-4-1
Technieken
Aannemen - Passen - Aanvallen - Verdedigen - Opbouwen
Benodigde materialen
16 x Bal , 1 x Doelen , 4 x hesjes , 5 x Pionnen
  • 4 verdedigers in  de (opbouwen)
  • 2 middenvelders
  • 3 spitsen
  • 3 verdedigers (tegenstanders) + keeper in cirkel
  • Vanuit de kom rond spelen zonder druk (kan altijd later nog erbij)
  • De 2 middenvelders bieden zich vanuit de as aan bij de back waar de bal naar toe gaat. 
  • Niet aangespeeld worden is naar de lijn en weer terug naar de as. 
  • Niet aanbieden op de lange passlijn. 
  • Wel aangespeeld worden is openen en vervolgens hangende spits inspelen of de vleugelspits. 
  • Na afspelen blijven aanbieden in de guardpositie.
  • De 2 VLEUGEL spitsen bieden zich aan op de 23m
  • De HANGENDE spits bied zich in de aanval aan op de kop cirkel. 
  • De VLEUGEL SPITS aan hulpzijde zoekt scoringspositie op tweede paal.
Technieken
Flatsen - Aannemen - Passen - Aanvallen - Dribbelen
  • Speler 1 speelt de bal in de loop op speler 2 die deze met de backhand aanneemt. 
  • Speler 1 loopt door naar de kop cirkel.
  • Speler 2 draait om pion C een en pusht in beweging bij pion D de bal in de loop naar speler 3.
  • Bij Pion F wordt de bal met een stuit gepust richting de hoek waar speler 2 de bal zal ontvangen. 
  • Speler 2 loopt met de bal richting pion G en pust passt de bal naar kop cirkel. 
  • Vanaf hier wordt afgerond.
  • Doordraaien: A - B - E
Technieken
Aannemen - Passen - Dribbelen - Conditie
Benodigde materialen
1 x Bal , 2 x Doelen
  • Keeper op doel
  • Zet 2 poortjes neer van pionnen op de 23-meterlijn (de poortjes staan vanuit het oogpunt bekeken links en rechts naast de doelpalen.
  • Speler rood start op de kop cirkel en versnelt met bal door de poortjes.
  • Direct na het passeren van de poortjes speelt rood af naar blauw. 
  • Rood sprint om een pion heen om daarna druk te zetten en/of de bal af pakken van blauw. 
  • Na aanname van blauw versnelt blauw met bal en loopt door de poortjes heen. 
  • Als blauw door de poortjes heen loopt mag rood niet meer afpakken en gaat terug naar pion. 
  • Blauw versnelt de kop cirkel in en rond af op het doel.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter
Benodigde materialen
6 x Pionnen
  • Speler 1 passt de bal naar speler 2.
  • Speler 1 loopt door zodat er een driehoek ontstaat tussen speler 1,2 en 3.
  • Speler 2 passt de bal naar de ingelopen speler 1, speler 1 passt de bal naar speler 3.
  • Speler 2 loopt door zodat er een driehoek ontstaat tussen speler 2, 3 en 4.
  • Speler 3 passt de bal naar de ingelopen speler 2, speler 2 passt de bal naar speler 4.
  • Dit wordt herhaald tot de bal bij speler 6 is, speler 6 rond af op goal.
  • Makkelijker:
    • Zet de pionnen verder uit elkaar en leg eventueel flapjes op de plek waar de speler heen moet lopen als hij/zij moet inlopen.
  • Moeilijker: 
    • Zet de pinnen dichter bij elkaar.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter

  • 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich zijwaarts aan 
  • 2a, 2b B speelt in de loop van A en loopt naar de positie van A 
  • 3a, 3b A speelt naar C en loopt naar het midden van het driehoekje
  • 4a, 4b C speelt de bal direct naar D en biedt zich zijwaarts aan 
  • 5a, 5b D speelt de bal in de loop van C en loopt naar de positie van C
  • 6a, 6b C speelt direct naar E en loopt naar het midden van het driehoekje 
  • De aangever wisselt de positie met de zijwaarts staande speler in het midden

  • Lengte van de zijden van de driehoek: 
  • 15- 20 m In de onderstaande oefening staan twee spelers in het centrum van een driehoekje en drie spelers op de hoekpunten.
  • De spelers wisselen continue van positie. 
  • Na de zijwaartse pass naar middenspeler, volgt een pass naar de dichtstbijzijnde hoek en wisselt de hoekspeler naar het midden. 
  • Wanneer de middenspeler een zijwaartse pass naar een hoekspeler volbracht had, wisselt hij naar de plaats van de aangever.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter

  • 1a, 1b A1 speelt naar B en sprint naar het midden van de ruit 
  • 2a, 2b B passt in de loop van A1 en loopt naar de positie A 
  • 3a, 3b A1 speelt direct naar C en neemt de plaats van B in. 
  • 4a, 4b C speelt direct naar D en sprint naar het midden van de ruit 
  • 5a, 5b D passt in de loop van C en loopt naar positie C 
  • 6a, 6b C speelt direct naar A2 en neemt de plaats in van D. 
  • Dit is de basisvorm van de ruit. 
  • Aangever en zijwaartse speler wisselen voortdurend van positie. 
  • In de volgende varianten wisselen de loop- en passrichtingen. 
  • Hierbij moeten de spelers niet alleen zuiver passen. 
  • Ze moeten ook continu geconcentreerd zijn en goed met elkaar communiceren. 
  • Ook hier geldt dat de aangever in de forehand van de zijwaartse speler moet passen (met een denkbeeldige tegenstander in de rug).
Technieken
Aannemen - Passen - Dribbelen - Conditie
Benodigde materialen
1 x Bal , 2 x Doelen
  • Keeper op doel
  • Zet 2 poortjes neer van pionnen op de 23-meterlijn (de poortjes staan vanuit het oogpunt bekeken links en rechts naast de doelpalen.
  • Speler rood start op de kop cirkel en versnelt met bal door de poortjes.
  • Direct na het passeren van de poortjes speelt rood af naar blauw. 
  • Rood sprint om een pion heen om daarna druk te zetten en/of de bal af pakken van blauw. 
  • Na aanname van blauw versnelt blauw met bal en loopt door de poortjes heen. 
  • Als blauw door de poortjes heen loopt mag rood niet meer afpakken en gaat terug naar pion. 
  • Blauw versnelt de kop cirkel in en rond af op het doel.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter
Benodigde materialen
6 x Pionnen
  • Speler 1 passt de bal naar speler 2.
  • Speler 1 loopt door zodat er een driehoek ontstaat tussen speler 1,2 en 3.
  • Speler 2 passt de bal naar de ingelopen speler 1, speler 1 passt de bal naar speler 3.
  • Speler 2 loopt door zodat er een driehoek ontstaat tussen speler 2, 3 en 4.
  • Speler 3 passt de bal naar de ingelopen speler 2, speler 2 passt de bal naar speler 4.
  • Dit wordt herhaald tot de bal bij speler 6 is, speler 6 rond af op goal.
  • Makkelijker:
    • Zet de pionnen verder uit elkaar en leg eventueel flapjes op de plek waar de speler heen moet lopen als hij/zij moet inlopen.
  • Moeilijker: 
    • Zet de pinnen dichter bij elkaar.
Technieken
Aannemen - Passen - Aanvallen - Positiespel - 1,5 meter
  • Speler 1 passt de bal naar speler 3 die ingelopen is.
  • Speler 3 draait met de bal nog verder om de pionnen heen en passt de bal naar de rode pion waar speler 2 naar is ingelopen.
  • Speler 1 is ondertussen ingelopen naar de kop van de cirkel, speler 1 krijgt de bal van speler 2 en rond af op goal.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter

  • 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich zijwaarts aan 
  • 2a, 2b B speelt in de loop van A en loopt naar de positie van A 
  • 3a, 3b A speelt naar C en loopt naar het midden van het driehoekje
  • 4a, 4b C speelt de bal direct naar D en biedt zich zijwaarts aan 
  • 5a, 5b D speelt de bal in de loop van C en loopt naar de positie van C
  • 6a, 6b C speelt direct naar E en loopt naar het midden van het driehoekje 
  • De aangever wisselt de positie met de zijwaarts staande speler in het midden

  • Lengte van de zijden van de driehoek: 
  • 15- 20 m In de onderstaande oefening staan twee spelers in het centrum van een driehoekje en drie spelers op de hoekpunten.
  • De spelers wisselen continue van positie. 
  • Na de zijwaartse pass naar middenspeler, volgt een pass naar de dichtstbijzijnde hoek en wisselt de hoekspeler naar het midden. 
  • Wanneer de middenspeler een zijwaartse pass naar een hoekspeler volbracht had, wisselt hij naar de plaats van de aangever.
Technieken
Aannemen - Passen - 1,5 meter

  • 1a, 1b A1 speelt naar B en sprint naar het midden van de ruit 
  • 2a, 2b B passt in de loop van A1 en loopt naar de positie A 
  • 3a, 3b A1 speelt direct naar C en neemt de plaats van B in. 
  • 4a, 4b C speelt direct naar D en sprint naar het midden van de ruit 
  • 5a, 5b D passt in de loop van C en loopt naar positie C 
  • 6a, 6b C speelt direct naar A2 en neemt de plaats in van D. 
  • Dit is de basisvorm van de ruit. 
  • Aangever en zijwaartse speler wisselen voortdurend van positie. 
  • In de volgende varianten wisselen de loop- en passrichtingen. 
  • Hierbij moeten de spelers niet alleen zuiver passen. 
  • Ze moeten ook continu geconcentreerd zijn en goed met elkaar communiceren. 
  • Ook hier geldt dat de aangever in de forehand van de zijwaartse speler moet passen (met een denkbeeldige tegenstander in de rug).
Technieken
Passen - 1,5 meter

Als balbezitter moet je altijd diep en breed kunnen spelen; diep gaat voor breed

Als de rechtsvoor de bal heeft, kan de linksvoor oversteken, zodat er weer diep gespeeld kan worden.