doorloopbal met hoedjes. (scoor bij elke opdracht 5x bovenhands en 5x onderhands). 5 hoedjes voor de korf (2 of 3 tal per paal)
1. loop langs de hoedjes
2. zigzaggend door de hoedjes naar de korf
3. springend van links naar rechts over de hoedjes (schaatspas)
4. 2 vooruit, 1 achteruit langs de hoedjes
5. huppend over de hoedjes
Elke oefening wordt steeds 1 minuut gedaan per tweetal. Als de minuut vol is, wordt de oefening afgemaakt.