Zet poortjes uit van pionnen (2 meter breed). van zijlijn naar zijlijn.
Spelers krijgen op de zijlijn 3 ballen
elke bal mogen ze door een poortje heen slaan, flatsen, pushen)
Van tevoren geeft de speler aan welk poortje hij door heen gaat spelen
Elk poortje heeft punten, hoe verder het poortje hoe hoger de punten:
10 Meter poortje = 1 punt
15 meter poortje =5 punten
20 meter poortje = 10 punten
30 meter poortje is =20 punten
40 meter poortje = 30 punten
Kijk hoeveel punten elke speler haalt, hierdoor kan je de spelers duidelijk makkelijk dat een lange afstand-pass vaak niet heel erg zuiver is
Daarnaast kan je aantonen dat pushen en flatsen vele maak handiger is om te gebruiken dan slaan.
Je kan (afhankelijk van het niveau) een vierkant van 3M x3M op het veld zetten en als de spelers scoopen en de bal land in het vierkant is dat 50 punten waard