1 x Ballen
, 2 x Hoedje
, 1 x Korf
, 1 x Mand
, 1 x Paal
, 1 x Plaat
Spelers leren om niet een bal naar de aangeef te gooien en vervolgens te wachten tot de bal gevangen is, maar om er meteen achteraan te rennen.
De bal wordt naar de korf gegooid.
Onmiddellijk na het gooien achter de bal aan rennen, naar de korf.
Doel is om voorbij de lijn te zijn voordat de bal gevangen wordt.
Vervolgens de bal terug krijgen en schieten.
De lijn maakt de opdracht concreet.
Afhankelijk van het team is dit wel of niet nodig.
Variatie 1:
De bal begint onder de korf, wordt uitgespeeld en meteen terug gegooid.
Variatie 2:
Werken met een tegenstander.
Deze tegenstander loopt niet mee tot aan de korf (want dat zou niet lukken bij een oefening waarbij de doorbraak de enige optie is), maar zorgt er wel voor dat de aanvaller ergens omheen moet rennen.