Met de bal en stick drijven en dribbelen door de zaal of over het veld. Iedereen beweegt door elkaar heen. Daarbij zijn ze continu op zoek naar de vrije ruimte. Immers als je meer ruimte om je heen hebt, wordt het makkelijker om de bal te controleren.
Variatie: enkele ballen weg, waardoor er een aantal spelers zonder bal zijn. Deze spelers proberen de bal van een andere speler af te pakken die wel een bal heeft. Dit mag doormiddel van met de stick de bal aan te tikken, als de bal is veroverd gaat de veroveraar met de bal verder en gaat degene zonder bal een bal veroveren.
Idem voor 4,5,6 mits daar genoeg spelers voor zijn
Doordraaien 1-2-3-1 (of 1-2-3-4-5-6-1)
Doordraaien; 1-3-2-1
Kan twee keer uitgezet worden mits daar genoeg spelers voor zijn.