A beweegt naar de buitenkant op daar de bal terug te krijgen.
De ruimte is daar niet dus ze versneld op de pion heen terug naar het midden en krijgt daar de bal van B.
B moet gaan kijken wat A doet en inschatten wat het beste moment is op de bal te passen.
Een aantal keer zo laten doen en daarna een verdediger er bij laten zetten.
B moet dan gaan nadenken wanneer hij de bal wil geven.
Dit mag dus zijn als A naar de buitenkant loopt dat hij hem dan geeft als hij denkt dat dat kan of dat hij wacht tot A terug komt versnellen en dan de bal geeft.
B moet dus gaan nadenken en kijken wat het beste moment is.
Het doel is dat ze gaan beseffen wat ze moeten gaan doen als de bal gepasst wordt.
Hoe moeten we dan als voorhouden gaan lopen.
Bal begint bij A
De 3 verdedigers gaan zo staan dat de AS dicht is en dat de bal dus alleen maar naar de zijkanten gepasst kan worden of terug uit.
A geeft de bal richting B omdat de AS dicht staat.
Nu komt waar heel de oefening over gaat wat moeten de 3 verdedigers nu doen
V1 schuift zo dat ze frontaal voor de bal komt te staan zodat de bal niet recht naar voren gegeven kan worden
V2 staat staat tussen de persoon met de bal en de bal doel lijn
V3 die schijft naar de aanvaller C die zich daar aan het aanbieden is. V3 zorgt dat C de bal dus niet kan krijgen en gaat aan de binnenkant verdedigen. tussen de tegenstander en het doel in.
Vanaf hier is het een 3:3
Aan de andere kant is het precies het zelfde en schijven de verdedigers het zelfde