Speel 4:4, waarbij als de bal het vak in komt de afvang onder de paal staat.Als er niet direct kan worden geschoten, wordt de bal opzij gespeeld en vervolgens naar de uitlopende afvang gespeeld. De eerste inspeler is inmiddels richting de zijkant gelopen en zodra de bal diep gaat, komt zij naar binnen voor een doorloopbal, die van opzij wordt aangegeven.Doorbraak is dan altijd aan de bal kant.De vierde speler in de paalzone komt voor de afvang en als dat niet nodig is kan die gelijk achter wegstappen.Na onderschepping wordt de bal naar de middenlijn gespeeld.De overige spelers oefenen de vrije bal en/of strafworp