Zet 6 hoedjes op een rij, ongeveer 40cm uit elkaar. (we werken met 3-tal en doen elke oefening 3x)ga met 3'en achter de hoedjes staan, elke keer een ander voor)
- ga voorwaarts door de hoedjes met steeds beide voeten tussen de hoedjes stappen. Aan het eind sprint je naar het einde van het vak. Daarna kom je weer rustig joggend naar de hoedjes
- achterwaarts huppend door de hoedjes, dan weer sprinten en terug joggen
- huppend 2 vooruit en 1 achteruit door de hoedjes, sprint en terug joggen
- zijwaarts telkens 2 voeten tussen de hoedjes, sprint en terug joggen
- met shuffle door de hoedjes, sprinten en terug joggen
Zet 3 hoedjes 6meter uit elkaar.Op het middelste hoedje ligt een tennisbal.Twee speelsters staan tegenover elkaar bij het middelste hoedje.De ene speelster sprint naar rechts, de andere naar links.Dan sprinten ze de hele lengte en weer terug naar het midden. Wie heeft het balletje.Bij elk setje 4 speelsters. Ze lopen om en om.Beide teams lopen 5 x.Daarna de winnaars tegen elkaar en de verliezers.