Doel: Het verbeteren van het aanspelen. Het verbeteren van het afwerken op doel.
Organisatie: Half speelveld 2 aangevers (Z) – 1 keeper Parcours met 1,2-tjes, dribbelen en afwerken op doel. Na elke pass doorlopen om de bal van de aangever weer terug te krijgen.
Tip: Voordat op doel geschoten wordt, letten op de positie van de keeper !
Variaties: Verschillende passeerbewegingen trainen, zowel linksom als rechtsom oefenen.
Speler begint bij de blauwe pion en loopt in. In de loop ontvangt hij de bal en loopt door. Voordat de speler bij de rode pion is moet de bal weer doorgepasst zijn naar de volgende speler.
Midden midden passt naar links half, linkshalf naar links voor. Links voor legt hem terug op kop voor de spits. Spits geeft de voorzet en rechts voor scoort via een kaats (tip-in).