Basketbaloefening: dribbelen
Geschikt voor de volgende technieken: dribbelen
Dribbelen
- De spelers stuiteren de bal op de plaats.
- Let hierbij op dat de hand steeds op de bal ligt zodat de bal naar beneden wordt geduwd (dus niet naar beneden slaan).
- De spelers zakken door de knieën zodat ze laag bij de grond zijn en de bal sneller stuitert.
- Vervolgens strekken de spelers de knieën weer. Herhaal dit een aantal keer.
- De spelers lopen al dribbelend door elkaar heen en wisselen steeds van richting waardoor ze kris kras door elkaar lopen.
- De spelers moeten proberen elkaar niet te raken.
- De spelers proberen de bal al dribbelend langs een parcours te leiden.
- Bijvoorbeeld slalommen om pionnen of over bankjes heen (naar eigen inzicht).