Basketbaloefening: dribbelen diverse varianten
Geschikt voor de volgende technieken: dribbelen
Dribbelen diverse varianten
De spelers dribbelen één voor één zigzag over de lengte van het speelveld. Wanneer een speler van richting veranderd stuitert hij/zij de bal onder de benen door en wisselt daarbij ook van hand.
De spelers oefenen met de cross-over techniek. Ze beginnen te dribbelen met hun sterke hand. Vervolgens wordt de bal in een V-vorm naar de andere hand gestuiterd. Maak deze oefening moeilijker door te lopen met de bal of een parcours.
De spelers proberen de bal achter de rug langs te dribbelen. Dit werkt hetzelfde als bij de cross-over techniek alleen wordt de bal niet voor het lichaam langs gespeeld maar achter de rug langs.
Speler 1 dribbelt over het de breedte van het speelveld, speler 2 probeert de bal weg te tikken. Wanneer dit lukt worden de rollen omgedraaid. De spelers mogen meerdere dribbel technieken gebruiken.