Basketbaloefening: dribbelen met tennisballen
Geschikt voor de volgende technieken: dribbelen
Dribbelen met tennisballen
Staand Dribbelen
- Sta rechtop en begin met dribbelen op één plek. Wissel tussen je dominante en niet-dominante hand, terwijl je zorgt dat je niet naar de bal kijkt. Probeer vervolgens dribbelvariaties:
- Pocket Pounds: Dribbel de bal zo hard mogelijk zonder dat hij hoger komt dan je broekzak. Doe dit 50 keer per hand om balcontrole en kracht te trainen.
- Tussen de Benen Dribbelen: Zet één voet voor de andere en dribbel de bal in een V-vorm tussen je benen door. Verplaats de bal van je ene hand naar de andere om de techniek te verfijnen.
Lopend en Rennend Dribbelen
- Als het staand dribbelen goed gaat, begin dan met lopen en vervolgens rennen terwijl je blijft dribbelen. Onthoud dat je de bal met één hand laat stuiteren en niet naar beneden kijkt. Varieer in snelheid om je balcontrole te verbeteren.
Dribbelen Rond Pionnetjes
- Plaats pionnetjes op een lijn of in een willekeurig patroon en dribbel hier omheen. Wissel tussen sliden en sprinten om het gevoel van zijkant naar zijkant bewegen te trainen. Gebruik zowel je dominante als niet-dominante hand om te dribbelen.
Dribbelen met een Ladder
- Leg een touwladder op de vloer of teken er één met krijt. Dribbel met één stuiter per vlak en beweeg heen en weer door de ladder. Varieer door laterale bewegingen te maken en de bal van links naar rechts te laten bewegen.
De Controle Herpakken
- Stuiter de bal willekeurig tegen een muur en probeer de controle terug te krijgen zodra de bal terugkomt. Doe dit op verschillende hoogtes en snelheden om je reactievermogen te verbeteren. Een andere optie is om een vriend om wilde passen te vragen, zodat je leert de bal snel onder controle te krijgen.
Niet-Dominante Dribbels
- Oefen specifiek met je niet-dominante hand door zowel stilstaand, lopend als rennend te dribbelen. Combineer dit met tussen de benen dribbelen om je balgevoel met beide handen te verbeteren.
Tennisbal Oefening
- Maak tweetallen waarbij beide spelers een basketbal hebben en dribbelen met de rechterhand. Eén van de spelers heeft daarnaast een tennisbal in de linkerhand.
- Stap 1: Speler A passt de tennisbal naar speler B, zonder de basketbal te verliezen. Speler B passt de tennisbal weer terug naar speler A.
- Stap 2: Voeg beweging toe door tijdens het passen te lopen of te rennen.
- Stap 3: Daag jezelf uit door tijdens het passen van de tennisbal ook van dribbelhand te wisselen.
Doel: De basketbal onder controle houden zonder naar beneden te kijken, terwijl je de tennisbal passeert.