Basketbaloefening: offence/defence
Geschikt voor de volgende technieken: schieten rebounding conditie verdedigen aanvallen
Offence/defence
Startopstelling: 1 speler met bal aan 1 zijde van het veld. Alle overige spelers staan verdeeld over beide achterlijnen.
Verloop:
- De aanvaller gaat al dribbelend naar de basket aan de overzijde van het veld.
- Zodra de aanvaller de middellijn is gepasseerd, gaat de eerste in de rij zich als verdediger opstellen.
- De aanvaller probeert de verdediger te passeren en te scoren.
- Er volgt maar 1 schotpoging, die snel wordt gerebound door de verdediger. Of de verdediger onderschept en er volgt geen schotpoging. De verdediger wordt vervolgens aanvaller en dribbelt naar de basket aan de andere kant van het veld.
- Vanaf hier herhaalt zich de oefening (verdediger erbij, 1 schotpoging, rebound door verdediger en weer aanvallen)
Variatie:
- Aanvaller moet in de aanval een move uitvoeren die door de coach wordt aangegeven
- Aanvaller moet proberen te scoren met een door de coach aangegeven schotpoging (lay up, 3 P etc.)
- Aanvaller neemt het op tegen 2 verdedigers.
